Door het uitvoeren van een repair of re-install wordt de software gereset. Alles zal worden teruggezet naar de installatie instellingen.
Ga naar het configuratiescherm en zoek onder programma’s naar de software welke problemen geeft. Klik vervolgens op ‘verwijderen/ wijzigen’. Nu zie je een scherm met de opties repair/ re-install en remove. Klik hier op repair/ reinstall.

  • Repair: Bij het uitvoeren van een repair, worden de bestanden in het register gewijzigd zoals dit bij de installatie wordt ingesteld.
  • Re-install: Wanneer een repair mislukt, voer dan een re-install uit. Zo wordt het register herstelt naar de installatie instellingen. Daarnaast worden alle bestanden van de originele installatie opnieuw uitgevoerd.

Voorwaarde om een repair en/of re-install uit te voeren, is dat de originele installatiebestanden op het werkstation aanwezig moeten zijn. Standaard is dit de map: C:\Autodesk\<software+versie>. Is deze map niet aanwezig, kan er geen repair en/of re-install uitgevoerd worden en is het aan te raden om de software te verwijderen en een nieuwe installatie uit te voeren middels de browser download.